DE IJSGANG - Gletsjer-ijs


Ijskap.

Sinds mensenheugnis zijn de bergtoppen in Ijsland bedekt met een witte kap. De witte gletsjers tegen de blauwe lucht zijn wegens hun majesteuse schoonheid geroemd in gedichten en geschriften. Maar er zijn nog andere facetten, en de Ijslandse bevolking heeft ondertussen elf eeuwen met de gletsjers doorgebracht. Het is dan ook niet verwonderlijk dat zij de eersten waren die de ontwikkeling van de gletsjers begonnen te begrijpen. Er zijn heel wat geschriften van Ijslandse boeren, die een wezenlijke bijdrage hadden kunnen zijn voor de algemene kennis over gletsjers. "Hadden kunnen zijn", want Ijslands is geen wereldtaal, en veel van die studies zijn lang genegeerd.

.

We kunnen er vanuit gaan dat de eerste Noorse kolonisten al gletsjers kenden van hun thuisland. Ze hebben zich trouwens vaak in de buurt van een gletsjer gevestigd. De wegen tussen de boerderijen liepen soms langs de rand van een gletsjer, en soms zelfs erover. In die tijd was het klimaat mild in Ijsland, en waren de gletsjers dus ook kleiner. Men weet bv dat rond 900 een kolonist, Phord-ur Illugi, zijn boerderij gebouwd had aan de voet van de Breid-amerkurfjall (fjall betekent berg), en wel tussen de uitlopers van de gletsjers Fjalljoekull en Breid-amerkurjoekull. Later is het klimaat veranderd, en de gletsjers namen uitbreiding. Rond 1700 werd de boerderij bedolven onder een gletsjer.
Een gletsjer is een ijsmassa, die bergen en dalen bedekt, dikwijls het hele jaar door. In dalen blijft trouwens ook dikwijls sneeuw liggen, zelfs als het op hoger gelegen stukken wegsmelt. Het ijs ontstaat door de sneeuw in de bergen die onder zijn eigen gewicht wordt samengedrukt tot ijs. Als er in de bergen dus meer ijs bijvalt in de winter dan er in de zomer wegsmelt, groeit de gletsjer aan. Gletsjers bedekken in Ijsland een oppervlakte van 11.800 km2, dat komt overeen met 11,5 procent van het land. De grootste is ongetwijfeld Vatnajoekull, in het zuiden, die 8.400 km2 bedekt. Dan zijn er Langjoekull 1020 km2, Hofsjoekull 996 km2, en My'rdalsjoekull 700 km2. De middenreeks zijn gletsjers die tussen de 200 en 50 vierkante km bedekken. De overblijvende gletsjers zijn kleiner dan 30 km2.

.

De oudste verwijzing naar gletsjers vinden we in de beroemde Danish History van Saxo, geschreven in 1200. Het bevat een algemene beschrijving van Ijsland, die gebaseerd moet zijn op informatie van Ijsland zelf. Er wordt ook beschreven hoe de gletsjers verandert: "Het ijs beweegt volgens een bepaald patroon, waarbij de bovenste laag naar de onderkant zakt, en de onderste laag naar boven komt". Als waarneming van wat aan de voet van de gletsjer gebeurt klopt dat wel enigzins. Hij beschrijft ook de ongevallen die er gebeuren, waarbij mensen in de gletsjer wegzakken, en later aan de oppervlakte dood teruggevonden worden. Dat werd nog niet zo lang geleden bevestigd. In september 1927 verdween een postbode met vier paarden, nadat hij over een uitloper van een gletsjer reisde. Bij het instorten van een ijsgewelf, waaronder een gletsjerrivier stroomde, verdween hij in de ijsmassa. Een oud ijslands gezegde luidt "Een gletsjer geeft terug wat hij genomen heeft". Een jaar later op 7 april werd zijn lichaam en dat van de paarden teruggevonden aan de oppervlakte van de gletsje, vlakbij de plaats waar het ongeval gebeurd was. In de uitlopers van de gletsjer bestaat inderdaad een roterende beweging van het ijs, een fenomeen dat bij de Ijslanders al bekend is voor het door buitenlandse wetenschappers werd beschreven.

 Gletsjer ijs ... Gletsjer ....
Foto: SL, WebGang, juni 1999.


(Gletsjer - ijs) - DE IJSGANG - Verkenning van Gletsjers