26/01/2006
Volg het geld
Eind 1998 werd in de VS de website "Where's George" opgericht om het Amerikaans geld te volgen. Niet het geld van lobbyisten, maar gewoon letterlijk geld, dollarbriefjes. Aangezien geldbriefjes een serienummer hebben, kan men door het noteren van serienummers weten wanneer men een bepaald briefje terugziet. Handiger is natuurlijk om het noteren niet te beperken tot 1 plaats, maar het systematisch te doen, wat bv zou kunnen bij telmachines van banken. Er is in december 1998 een open project gestart waarbij men vrijwilligers via internet het serienummer van biljetten liet ingeven. De gegevens worden opgeslagen in een databank, en daarbij werd gekozen voor de vrije-software databank "MySQL". Het programma werd geschreven in PHP, veelgebruikt voor interactieve sites als fora en systemen om gegevens via websites bij te houden.
Ook in andere landen ontstonden websites gebaseerd op hetzelfde systeem; sommigen zoals het Duitse "Wo ist Mein Geld" verdwenen met het invoeren van de euro. Eurobilltracker.com is nu de europese versie, die biljetten begon te volgen van bij de invoering van de Euro. Belgen lijken maniakaal mee te doen aan dat systeem, want in de 5 meest aktieve gebruikerslijst zitten 3 Belgen.
Het project in de VS was even omstreden omdat ze opriepen zich te concentreren op een beperkt aantal briefjes, die afgestempeld werden met het adres van de website: "wheresgeorge.com". Als je zo'n briefje in handen kreeg was het de bedoeling daarvan het nummer en de plaats in te geven op die website. Op het beschadigen van geld staan echter straffen.
Aangezien het project al een tijd loopt zijn er nu al massa's gegevens verzameld over het opduiken van de nummers van briefjes op verschillende locaties.

http://www.wheresgeorge.com
http://www.eurobilltracker.com
En nee, de namen George en Bill slaan niet op de laatste presidenten van de VS.
Het is George Washington die staat afgebeeld op het 1 dollarbiljet.

Geld is als een virus
Wetenschappers uit California hebben die gegevens van "Wheresgeorge.com" al gebruikt om een model op te stellen van de geldstromen. Dat blijkt bijzonder goed overeen te komen met de verspreiding van ziektes als griep. Niet dat de wetenschappers de geldbriefjes verdenken van het overdragen van ziektes. Ze leiden uit de beweging van de geldbriefjes de bewegingen van mensen af, omdat de briefjes altijd persoonlijk overgedragen worden. Dankzij de gegevens van dat project behaalden ze naar eigen zeggen een echte doorbraak met hun onderzoek. De snelle verspreiding van ziektes over de wereld, als SARS, deed de vraag naar zo'n onderzoek toenemen. Over middeleeuwse ziektes is geweten dat ze zich in Europa van zuid naar noord bewogen met de snelheid twee kilometer per dag, wat overeenkwam met de gemiddelde snelheid van zich verplaatsende mensen.
Het zou voor wetenschappers moeilijk zijn om aan de nodige gegevens van menselijke bewegingen te geraken, alhoewel de techniek van de RFIDs daarvoor nu de beste mogelijkheden biedt.





.



.

Open Source schijnbeweging
Microsoft leek voor de oppervlakkige toehoorder een spectaculaire aankondiging te doen van het "open-sourcen" van Windows broncode. In hun eigen woorden doen ze daarbij zelfs meer dan wat ze moesten van de Europese Commissie. Neelie Kroes lijkt alvast niet onder de indruk. Ze zegt dat MS tot nu toe niet in orde is met de voorwaarde om voldoende documentatie ter beschikking te stellen over de serverprotocols. Ze merkte bovendien op dat het voldoen aan de EU voorwaarden beoordeeld wordt door de Commissie, niet door Microsoft.
De Free Software Foundation Europe verduidelijkt dat Europa vroeg dat MS informatie geeft over hoe andere programma's kunnen samenwerken met de servers, door de juiste documentatie te geven over het protocol.
In eerste instantie had MS twaalfduizend pagina's zogenaamde documentatie overhandigd over de protocols. De inhoud ging over veel meer dan alleen de protocols, kortom, er was niet aan te beginnen. Dan boden ze ook 500 uur bijstand van MS specialisten aan om die documentatie te helpen verwerken.
De EU kon er niet mee lachen en dreigde met een serieuze boete, waarop MS dan weer een andere joker uit de mouw toverde met het aanbieden van de broncode zelf.
Bij nader inzien is er zeker geen sprake van een vorm van open source die goedgekeurd is door het "OSI". Het gaat niet over het publiek maken van de code, het gaat over een soort licentie om de code te kunnen inkijken. Juristen vrezen dat wie daarop ingaat en als programmeur de code inkijkt, kans loopt om nadien een proces aangespannen te krijgen voor het kopieren van stukken code naar eigen programma's. Die aanklacht kan al dan niet terecht zijn, en is als mogelijkheid al bedreigend genoeg.
De eis om de beschrijving te krijgen van hoe programma's kunnen communiceren met de MS servers, komt als maatregel tegen het misbruik van zijn monopoliemacht door MS.



<<==