Yahoo aan PHP
Yahoo zit aan de PHP. PHP is een nieuwe webdesigner drug die zich snel verspreidt. Het is een taal die ervoor zorgt dat je een website kan laten opbouwen uit allerlei kleine stukjes pagina, gecombineerd met commanda's die de server extra functies doen inbouwen in je pagina.
De taal groeide spectaculair de laatste jaren, en dat is zeker te danken aan het feit dat het over vrije software gaat. Zo kan je zelfs voor je computer thuis de PHP module op de meestgebruikte webserver Apache installeren
De PHP-code, een script taal, wordt gewoon met een tekstverwerker gemaakt, en daarna op de server gezet.
Op een conferentie over PHP kondigde Michael J. Radwin aan dat hij met een werkgroep een studie maakte om een web-portaal volledig over te schakelen naar PHP. Het gaat hierbij over Yahoo!, een van de bekende namen uit de beginperiode van de internetboom, dat de crisis overleefde. Ze zijn oorspronkelijk vooral bekend voor hun zoekmachine, en daarna voor hun gratis e-mail adressen en hun "portaal-functie".
Tot nu toe maakten ze gebruik van een bedrijfseigen systeem dat gebruikt maakte van C++ programma's om de hele site draaiend te houden, maar dat werd op de duur onbetaalbaar. De site van Yahoo! draait trouwens op een freeBSD operating systeem, ook vrije software. Vier maanden geleden werd gestart met het gebruik van PHP, dat momenteel gemengd wordt met de bestaande technieken.

Klokkenluider eruitgegooid
Terwijl in Belgie een voorval aan de gang lijkt waarbij een klokkenluider die dreigde gesanctioneerd te worden, toch de afrekening ontspingt, ging het er in ICAN omgekeerd aan toe. Daar werkte men eerst met alle macht de verkiezing tegen van externe directeurs die het internetpubliek vertegenwoordigen. Toen Karl Auerback met een duidelijk engagement door het publiek verkozen werd, werd hem eenvoudigweg het werken onmogelijk gemaakt. Nu zijn ze nog een stap verder gegaan bij ICANN: de 5 publieke directeursfuncties zijn geschrapt.
ICANN is de organisatie die op hoogste niveau de nameservers beheert. Vorige week nog kregen die te lijden onder een zware aanval van buitenaf. Alle andere nameservers op het internet halen hun informatie op bij 13 hoogste niveau servers, en hebben die nodig om hun weg te vinden in de URL op het ineternet.





.

OpenBSD 3.2 komt uit
Op 1 november 2002 is het officiele verschijnen van OpenBSD 3.2 voorzien volgens de website openbsd.org. Vanaf dan kan het systeem van de FTP-pagina afgehaald worden, er zijn verschillende reserve-sites voorzien omdat een grote toeloop verwacht wordt. Op de pagina over de nieuwe 3.2 versie zit een opvallend gat; er ontbreekt een beeld. Wie in de broncode gaat kijken, ziet dat het ontbrekend beeld een jpg bestand is met de naam "bepatientguys.jpg".
Er zullen ook CD-versies verkrijgbaar zijn, bestaande uit 3 a 4 cd's. De vorige versie van OpenBSD, 3.1, verscheen op 19 mei en kostte zo'n 45 Euro.
OpenBSD is een besturingssysteem dat o.a. vooral voor webservers ingezet wordt, maar in principe ook thuis op de PC kan draaien, net als op sparc, alpha en powerpc computers.
Het systeem bestaat uit meer dan 1800 pakketten. Veiligheid staat hoog op de prioriteitenlijst bij OpenBSD, en er werd gewerkt aan uitbreiding en verbetering van het onderdeel "pf", wat staat voor packet filter. Die zorgt voor het beveiligen van de internetaansluiting van computersystemen door regels toe te passen op het dataverkeer.
OpenBSD moet niet verward worden met FreeBSD, een andere afgeleide van het originele Berkley Unix, die momenteel aan versie 4.7 is, en waarvan een vorige versie de basis vormt voor het Mac OS-X.

Appels met Pinguins vergelijken
Een redakteur van Byte die aangenaam verrast was door de combinatie van de gebruiksomgeving van het Mac OS-X systeem met de stabiliteit van de onderliggende freebsd kernel, vroeg zich af in hoeverre Apple's toepassing een remmende invloed had op de prestaties van het unix systeem. Daarvoor vertrok hij van Apple hardware, nl de Xserve 1 unit server met 2 cpu's, waarop hij achtereenvolgens het eigen Mac OS-X testte en daarna een SuSE Linux Server systeem installeerde. Hij maakte een opstelling met eerlijk vergelijkbare softwareconfiguraties en liet een aantal testen lopen, waaronder e-mail verkeer, Apache webverkeer, MySQL databank met 30 miljoen adressen, enz.
Uit herhaalde testen maakte hij gemiddelden, en noteerde dus de getallen van een OS X 10.1.5 tegenover die van een Linux systeem met kern 2.4.19.
Uit de resultaten bleek de Linux machine inderdaad sneller: zo ontving Linux 15 % meer mails / seconde, stuurde er 4 % meer per seconde, was 23 % sneller in de database testen. Een puik resultaat al bij al voor Mac, die hier een systeem hebben dat een enorme verbetering oplevert tov vroegere systemen, en bv niet crashte tijdens de test.
.
.